Maandag, 14 september 2015
In de periode dat mijn kinderen peuters waren en ik nog net geen dertig was, bevond ik me in een pittige periode. De diagnose (een stoornis in het autistisch spectrum) was voor beide kinderen nog niet gesteld en het leven was zwaar en moeilijk. Geen enkele nacht slapen, dag en nacht krijsende kinderen. Een bos bloemen in huis zetten of een plotselinge regenbui was al teveel verandering voor hen. Veranderingen zijn voor kinderen met autisme moeilijk en die resulteerden vaak in krijspartijen die soms uren, soms dagen duurden. Ik wist dat er iets goed mis was met mijn kinderen maar ik wist niet wat.
Het enige wat ik werkelijk wilde, was dat mijn kinderen gelukkig waren. Een gelukkige jeugd beleefden. Die wens werd dus in geen enkel opzicht realiteit. Ik was een perfectionist en liep daar vreselijk tegenaan. Kortom, omdat het met mijn kinderen niet goed ging, voelde ik mezelf als moeder tekort schieten. Wat resulteerde in nog harder mijn best doen, nog meer neigen naar perfectionisme. Maar het was nooit genoeg, hoe hard ik mijn best ook deed.
Tot een maatschappelijk werker me uitlegde, wat mijn perfectionisme voor mijn kinderen betekende. Dat een perfecte moeder, onbewust en ongewild, het signaal uitzendt dat ook haar kinderen perfect behoren te zijn. Geen fouten mogen maken. Zonder het maken van fouten kunnen en durven zij niet te leren. Juist daardoor zullen zij dan niet groeien en gelukkig zijn.
Dat heeft me de ogen geopend. Vervolgens ben ik in therapie gegaan om de oorzaak van mijn perfectionisme aan te pakken. Kortom, om fouten te leren maken. Het was hard werken maar ik hoef nu van mezelf niet meer perfect te zijn. Integendeel, ik heb geleerd dat ik van mijn fouten mag leren en dat ze me vaak tot nieuwe inzichten brengen. Verder kon ik daardoor accepteren dat mijn kinderen, net als alle andere kinderen, niet perfect zijn. Ook zij kregen daarmee de gelegenheid om fouten te maken en mochten zij leren. Samen met mijn kinderen vallen, leren, weer opstaan.
Wat heb ik veel mogen leren van mijn zonen en wat ben ik daar gelukkig door geworden. Vaak lach ik zelf het hardst om mijn eigen fouten. Doordat ik mezelf toesta fouten te maken, zonder het gevoel dat ik faal, geef ik mezelf leermomenten. Op een ontspannen manier.
Dat is op hun beurt weer waardevol voor mijn kinderen. Juist door hun autisme zijn dingen voor hen vaak moeilijker dan voor een ander kind. Zij moeten meer moeite doen om hetzelfde te leren en moeten daar vaak harder voor werken. Zij zien nu van mij dat fouten maken mag, daar mag je zelfs plezier in hebben.
Het maakt de cirkel rond doordat de kring is doorbroken.
3 comments